top of page

(Geen) Sanctie op Samenwerking Verbreken met Medestudent

Hoe belangrijk is het dat je achter de opdracht staat waar je aan werkt, en moet je daarvoor stoppen wat fout voor jou is? In het werkveld kunnen werkgevers en werknemers vrijer bepalen wanneer en met wie zij een samenwerking uitvoeren, maar in het hoger onderwijs daarentegen is samenwerken vaak een opgelegde verplichting voor studenten waar weinig ruimte geboden wordt voor afwijking. De gedachte je moet leren met een ander door één deur te gaan wordt vaak als leidend beschouwd om willekeurige samenwerkingen in stand te houden. ‘Onverenigbaarheid van karakters’ is een grond waarop arbeidscontracten verbroken kunnen worden, maar deze grond is zeer onbekend onder studenten. Dat deze grond wordt gebruikt voor het verbreken van een samenwerkingsopdracht in het hoger onderwijs komt zelden voor… Zelden, dus wel eens.


Een fout verhaal

Hier wil ik graag een verhaal delen waarin ik in een uitzichtloze samenwerking terecht ben gekomen en waarbij vanuit het docententeam geen actie werd ondernomen, maar voor mij desondanks goed is afgelopen. Bepaalde studenten werden door een docente ingedeeld met een willekeurige student, een groep waartoe ik behoorde. Mijn samenwerking verliep in het begin heel gescheiden, en de latere stadia van de opdracht deed ons leren dat onze manieren van denken niet met elkaar matchte; dit leidde tot conflicten dat zelfs zodanig was dat de docente benaderd moest worden.


Gesprekken met de docente hebben echter niks bijgedragen; voorstaand argument was dat wij ‘al zover waren in hun opdracht en dat de deadline al naderde, dat de samenwerking verbreken geen optie was’, en voorts werden wij erop gewezen dat als er een aanzienlijk verschil in werkkwaliteit was dat ieder dan een apart cijfer zouden ontvangen. Wij hebben nog gepoogd er iets van te maken, maar het zag ernaar uit dat het contact met de dag verslechterde. Vervolgens hebben we de docente nogmaals benaderd, maar het enige dat wij terug kregen was een herhaling van het bovenstaande.


Nu bleek echter dat niet de harde vereiste bestond dat de opdracht per se met een ander gemaakt moest worden: niet uit de leerdoelen, noch uit het examenreglement bleek dit vereiste. De studiegids vermelde wel dat samenwerking een wezenlijk onderdeel van de opdracht was, maar er bleek niet dat wanneer een opdracht individueel wordt ingeleverd dat een student dan geen becijfering toekomt. Dit heb ik meegedeeld aan de docente en dat ik voornemens was de samenwerking niet voort te zetten in de avond als er geen verzekerende maatregelen werden genomen. Docente reageerde dat het niet aan mij was om een ultimatum (laatste voorwaarde) te stellen... maar zij heeft toen wel per direct de samenwerking stopgezet en de criteria gegeven waar een individueel verslag aan moet voldoen. Haar stelling dat de samenwerking verbreken ‘geen optie’ was bleek ineens wel een optie.


Sanctie moet voldoende kenbaar zijn

Uit jurisprudentie van het CBE leerde ik dat een mogelijke sanctie als het niet becijferen van een opdracht 'voldoende kenbaar' moet zijn. Een niet gespecificeerde vermelding - dat wanneer achteraf blijkt dat twee personen grote verschillen in kwaliteit hebben geleverd, dat zij dan ieder een individueel cijfer ontvangen - is niet specifiek genoeg (wordt bijvoorbeeld dit individuele cijfer al toegekend met een verschil tussen een 5,3 en een 5,5 of pas tussen een 8,0 tegenover een 2,0?). Anders is er ruimte voor willekeur en het is niet duidelijk wanneer een student zijn geleverde werk zeker is vrijgesteld van een kwaal.


Nu moet wel benadrukt worden dat in beginsel de aanwijzingen van de docent gevolgd moeten worden! Het is een algemeen bekend gegeven dat samenwerkingen niet altijd houdbaar zijn, waar onderwijsinstellingen rekening mee moeten houden. Zij hebben een zekere zorgplicht om een terugval scenario te ontwikkelen mocht deze situatie zich ooit voordoen, zeker omdat bedacht moet worden dat cijfers representatief zijn voor wat een student zijn capaciteiten zijn. Docenten hebben de bevoegdheid om voorzieningen te treffen, maar de ervaring doet ook leren dat maatregelen soms pas worden genomen wanneer degene die daar zeggenschap over heeft zélf wordt benadeeld. Helaas moet een student dan zelf hinderlijke acties ondernemen om de steun te krijgen die hij nodig heeft, maar dit is tenminste een laatste - wellicht niet leukste - redmiddel om aan de juiste voorzieningen te komen. Immers, verkeerde voorzieningen kunnen leiden tot verkeerde beelden over een student.




Samenwerking v. Zelfstandigheid

Terug naar mijn vraag over wat prioriteit verdient: hoe belangrijk is het dat je achter de opdracht staat waar je aan werkt, en moet je daarvoor stoppen wat fout voor jou is? In het dagelijks leven - waar mensen zich vaak verschuilen achter een ander persoon of andere instelling - zou die vraag veel vaker gesteld moeten worden, nu het mogelijk is dat iemand kwalitatief sterker staat wanneer hij zelfstandig is dan opgescheept zit met de verkeerde. Leren met een ander door één deur te gaan kan belangrijk zijn, maar daar moet niet zodanig op gehamerd worden dat daardoor handelingen worden verricht waar niemand achter staat, en voorkomen moet worden dat werken ontstaan waar niemand adequaat op kan reageren. Een moment om dat te leren zou al in een zeer vroeg stadium moeten zijn. In ieder geval in het onderwijs.



Commentaires


bottom of page