Onderstaand geschrift is een beroepschrift van de oprichter van Stichting Studenten Steun Bij Beroep & Bezwaar dat gericht is aan het College van Beroep op de Examens. De afloop van de zaak was succesvol voor de oprichter: plaatsvervanger van de examinator is tijdens een schikkingsgesprek geheel tegemoetgekomen met de eis om inzage te verlenen. Enkele gegevens zijn hierin geanonimiseerd. Dit beroepschrift richt zich tegen het besluit van de examinator [naam examinator] om mij, Anton Jasper, geen inzage te verlenen in mijn tentamens. Het gaat hier om twee tentamens die onderdeel uitmaken van het vak [naam vak], te weten: [tentamengegevens], waarvoor ik respectievelijk een 4,1 en een 5,0 heb behaald. Het besluit is volgens de examinator gemaakt op 26 november ‘19 en hieronder is uiteengezet hoe de zaak is verlopen. Toedracht van de zaak Het collectieve nabespreking moment van beide tentamens zou plaatsvinden op 29 november, gehouden door de desbetreffende examinator. De dag dat dit bekend werd gemaakt was op 30 oktober (zie e-mail 11 in het document Email_uitwissilingen.pdf), maar ik had op 4 september 2019 een reis gepland met mijn moeder in Amerika van 16 tot en met 30 november (zie [documentnaam].pdf). Het idee hierachter was omdat mijn moeder fysiek achteruit gaat wij een snelle kans wilde nemen om deze reis uit te voeren wanneer het kon, en dat ik in deze periode mijn studie zou voortzetten door zelfstudie, wat ik tijdens deze trip heb gedaan. Hoewel ik inzie dat de afwezigheid aan mij toegerekend kan worden, en dit wellicht niet geldt als een zwaarwegende reden om niet aanwezig te zijn bij de collectieve nabespreking (en dus de examinator niet verplicht kan worden om een individueel nabesprekingsmoment te organiseren krachtens OER art. 3.9 lid 2), ben ik niet van mening dat dit ertoe leidt dat het gehele inzagerecht teniet zou gaan. Regelgeving Het Europees Hof van Justitie (HvJ) heeft op 20-12-17 bepaald dat tentamens en opmerkingen van de examinator onder persoonsgegevens bescherming (AVG) vallen[1]. Volgens de AVG kan degene om wiens persoonsgegevens het gaat altijd inzage krijgen en een kopie verlangen, tenzij het in strijd is met (i) openbare veiligheid, (ii) strafbare feiten te voorkomen en (iii) om rechten en vrijheden te beschermen van anderen (Art. 41 UAVG)[2]. De Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor de faculteit rechtswetenschap van de VU heeft in art. 3.9 lid 1 tot en met 4 regelgeving gegeven voor inzagerecht, nabespreking en het opvragen van kopieën van een student zijn beoordeelde werk. Daarnaast heeft de Erasmus Universiteit bepaald in een uitspraak van 21-10-19 dat vanwege de AVG studenten (in algemene zin) altijd een kopie mogen opvragen en ontvangen van hun tentamen (zaak nr. 19.137, r.o. 3.III, laatste alinea)[3]. Voetnoot: [1] https://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2017-12/cp170140nl.pdf [2] https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl/zelf-doen/gebruik-uw-privacyrechten/recht-op-inzage [3] https://www.eur.nl/sites/corporate/files/2020-01/19.137.pdf
Verloop van de situatie a) Contact met examencommissie Op 13 November heb ik de examencommissie benaderd met het verzoek of ik een kopie kon krijgen van het tentamen [tentamensgegevens]. Zij deelde mij op 14 November mee dat ik pas na het nabesprekingsmoment een kopie mocht opvragen bij de examinator (zie e-mail 1). Echter heb ik mij eerder tot de examinator gewend met een verzoek of ik een kopie van de desbetreffende tentamens mocht ontvangen. b) Direct contact met examinator Op 23 november, bijna een week vóór de nabespreking, heb ik aan de examinator meegedeeld dat ik niet aanwezig kan zijn en heb ik gevraagd of ik deel kan nemen aan een ander nabesprekingsmoment en heb ik om een kopie gevraagd (e-mail 2). Helaas is haar reactie afwijzend op alle punten, maar ik kreeg wel de indruk dat ze doorhad dat het mij primair ging om inzage te krijgen in mijn tentamens: zij geeft namelijk het alternatieve advies om aantekeningen op te vragen van een medestudent (e-mail 3). Aantekeningen zeggen in het algemeen meer over het tentamen zelf, en hierdoor verkrijg ik geen inzicht in de fouten die ik heb gemaakt of waar mijn beoordeling op gebaseerd is. Omdat dit advies voor mij niet voldoende is, reageer ik op haar opmerking dat er geen kopieën worden verstrekt, met een verwijzing naar de OER-regeling omtrent het opvragen van kopieën van beoordeelde werken (e-mail 4). Helaas is haar antwoord wederom afwijzend, en lijkt zelfs voorwaarden te bedenken hoe een voornemen tot bezwaar maken ‘mag’ ontstaan (e-mail 5), namelijk dat dit pas kan ontstaan nadat een student inzage heeft gehad. De interpretatie die [de examinator] mij stuurt valt niet af te leiden uit het desbetreffende artikel, in tegenstelling tot wat zij beweert. De examencommissie eist bovendien geen voorwaarden hoe ‘een voornemen om in beroep te gaan’ ontstaat en haar collega docenten blijken (volgens mijn medestudenten) deze voorwaarden ook niet te eisen. Daarnaast is het voorbeeld wat zij stuurt - dat de punten niet juist zijn opgeteld - eerder geen voorbeeld om in beroep te gaan bij de CBE en daar een kopie voor te verkrijgen, maar simpelweg dit aan de examinator melden en deze fout rechtzetten in het systeem. Tevens lijkt uit de laatste alinea op te maken dat ik mij enkel richt op in beroep gaan en dat ik niet probeer te leren van mijn fouten. Uit mijn eerste e-mail naar haar (e-mail 2) heb ik uitdrukkelijk gezegd “mogelijk weldoordacht bezwaar kan maken...”. Voor mij is het voornemen om bezwaar te maken vanwege het idee dat ik beide tentamens voldoende gemaakt zou hebben. Dit zegt niet meteen dat ik bezwaar maak, maar dat ik het voornemen daartoe wel heb; uiteraard ga ik enkel bezwaar maken wanneer ik oprecht ervan overtuigd ben dat er fouten zijn gemaakt in de beoordeling en daarom is een kopie voor mij van belang. De reactie van [de examinator] heeft meer weg van een excuus om niet haar zorgplicht (inspanningsverplichting) te hoeven naleven, dan dat zij het gemaakte werk beschermd. E-mail 6 toont aan dat ik nog gereageerd heb op de e-mail van de examinator: hierin betrek ik hogere regelgeving dan de OER, met name de jurisprudentie dat tentamens onder bescherming van de algemene persoonsgegevens vallen en dat ik alsnog een kopie van haar verwacht. Een kopie kan immers alleen geweigerd worden op grond van de eerder genoemde art. 41 UAVG. Helaas heb ik geen antwoord gekregen op mijn e-mail.
c) Moment vanaf optreden studentenombudsman Op 11 december ben ik met de studentenombudsman [naam studentenombudsman] in gesprek gegaan om een (informele) oplossing te vinden en om inzage te krijgen in mijn tentamens. Haar advies was dat ik - opnieuw - aan [de examinator] verzocht of wij een individuele nabespreking zouden kunnen voeren, met de verwijzing naar de OER art. 3.9 lid 2, dat studenten recht hebben op een individuele nabespreking als zij verhinderd waren wegens zwaarwegende persoonlijke omstandigheden. Ik twijfel wel of mijn reden als een ‘zwaarwegende persoonlijke omstandigheid’ gerekend kon worden, en een nabespreking had niet mijn voorkeur gezien de toon van de examinator in haar laatste e-mail. Desondanks heb ik toch dit verzoek ingediend bij [de examinator] op 12 december, met uitdrukkelijk de vermelding erbij ‘op advies van de studentenombudsman’ (e-mail 7). Voor mij is elke vorm van inzage van belang. Wederom kreeg ik van de examinator geen antwoord op mijn e-mail, waarna ik aan de studentenombudsman vroeg of zij nog iets kon doen. Op 20 december deelde [de studentenombudsman] mee dat de examinator een kerstrecess hield van 13 december tot en met 6 januari (e-mail 8), waardoor de zaak tot die tijd bleef stil liggen. Op 7 januari deelde de studentenombudsman mee dat zij antwoord had ontvangen van de examinator (e-mail 9), waaruit blijkt dat de examinator mijn e-mails wel heeft ontvangen en gelezen, maar niet van plan was daar ooit nog op te reageren. Ik haalde in mijn onbeantwoorde e-mails (6 & 7) regelgeving en mijn belangen aan, en verwachtte daarom wel dat er een zekere noodzaak voor haar was om daarop te reageren. Kennelijk weigert de examinator om toelichting te geven waarom zij niet alleen de regelgeving van inzage schendt, maar ook mijn belang om inzage te geven. Op deze manier kan een student geen bezwaar maken tegen eventueel gemaakte fouten in het tentamen en kan zo ook niet leren van zijn fouten, wat van belang is voor een herexamen. Belang Van Beroep & Verzoek Zoals ik reeds al had opgemerkt is dat ik in de veronderstelling was dat ik voor beide tentamens een voldoende behaald zou hebben, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Hierdoor verkeer ik in een verwarring waardoor ik niet weet wanneer ik de stof voldoende beheers en waar ik aan zou moeten werken. Beide tentamens zal ik herkansen eind januari en ik hecht daarom veel waarde aan inzage in het tentamen, ofwel inzage in mijn gemaakte fouten of fouten in de beoordeling. Indien er sprake is van het laatstgenoemde, kan in de huidige omstandigheid geen beroep doen tegen (incorrecte) besluiten die over mij zijn gemaakt. Hierop volgt dat de examinator haar ontkennende, verdraaiende en niet-gemotiveerde antwoorden zijn voor mij steeds meer redenen om te twijfelen aan de geloofwaardigheid en zorgvuldigheid waarmee het tentamen is nagekeken. Voor mij dus des te meer redenen om belang te hechten aan inzage in beide tentamens. Mijn verzoek is dus primair om de beslissing te vernietigen van de examinator en mij een kopie van beide tentamens (met opmerkingen van de examinator) te verstrekken, indien mogelijk voor de herkansingen op 27 en 29 januari. Secundair is mijn verzoek om op een andere wijze inzage te krijgen in (kopieën van) mijn beide tentamens en opmerkingen van de examinator, tevens voor de herkansing.
Mogelijk van belang
Wellicht ten overvloede, maar ik verwacht dat de examinator zal stellen dat zij geen kopie wil verstrekken om te voorkomen dat tentamens op internet geplaatst zullen worden, waardoor toetsvragen niet meer bruikbaar zullen zijn. Hiertegen wil ik alvast inbrengen dat:
het MC deel van tentamenvragen (die 40% van het cijfer [vakgegevens] bepaalde) mocht na afname mee naar huis genomen worden, en wij verkregen de sleutel antwoorden (niet mijn eigen antwoorden) hiervan via e-mail op 14 november (e-mail 10).
Verder is er al een regeling omtrent het verkrijgen van kopieën voor alle gemaakte werken (OER art. 3.9 lid 4). Ik ga ervan uit dat als studenten al kopieën kunnen verkrijgen dat de universiteit al een belangenafweging heeft gemaakt tussen het belang van verkrijgen van kopieën voor de student en onbekendheid van oude tentamens te waarborgen (en dat de universiteit heeft besloten om de kant van de student te beschermen).
Tentamen [tentamengegevens] is een vaardigheidstentamen. Hierdoor is het niet mogelijk om specifieke antwoorden te leren en is hier ook geen onbekendheid te waarborgen.
Regelmatig verkrijgen wij tentamens met de sleutelantwoorden van examinatoren van andere vakken. Het vak [naam niet-desbetreffend vak] is een voorbeeld, omdat deze te downloaden zijn vanuit Canvas. Hieruit valt mijn inziens wel uit af te leiden dat het verstrekken van tentamen gegevens (naast persoonsgegevens) een gewoonte is geworden, en dat het belang van onbekendheid waarborgen bij dergelijke tentamens niet meer opgaat in deze tijd.
Vakken krijgen eens om de zoveel jaren andere literatuur voorgeschreven, waardoor tentamens ook andere stof toetsen. Hierbij komt ook vaak bij kijken dat een andere formuleringen toegepast moet worden.
Anton Jasper
[persoonsgegevens]